Om in te spelen op de dringende, onvervulde behoeften van miljoenen jonge kinderen in conflict- en crisissituaties, moet het stelsel van humanitaire hulp ingrijpend worden veranderd. Ten eerste moet in elke humanitaire hulpactie worden erkend dat de ontwikkeling van jonge kinderen een prioriteit is die levens redt. Ten tweede moeten humanitaire organisaties waardevolle gegevens verzamelen over wat werkt en waarom, voor wie en tegen welke prijs programma’s het meest doeltreffend zijn. Ten derde moeten filantropische organisaties doorgaan met het vergroten van de zichtbaarheid van en met investeren in de ontwikkeling van jonge kinderen, en moeten ze ervoor zorgen dat dit onderwerp de aandacht en steun krijgt die nodig is om duurzame verandering teweeg te brengen.
Wereldwijd leven 86,7 miljoen kinderen tot zeven jaar al hun hele leven te midden van oorlog en chaos (UNICEF, 2016). Van Syrië tot Bangladesh, van Zuid-Sudan tot Niger hebben deze kinderen vreselijk geweld, verschrikkelijke rampen en grote verliezen meegemaakt. Velen van hen hebben hun huizen, scholen en gemeenschappen moeten verlaten om te worden opgevangen in tijdelijke instellingen, leegstaande gebouwen of kampen. Er komt steeds meer onderzoek waaruit blijkt wat dit betekent voor de toekomst van deze kinderen. De grote tegenslagen die inherent zijn aan oorlog, rampspoed en ontheemding, vormen een bedreiging voor een gezonde ontwikkeling en kunnen blijvende veranderingen teweegbrengen in de opbouw van de hersenen, epigenetische processen en essentiële fysiologische systemen (Black e.a., 2017). Dit resulteert onder andere in slechte leerresultaten, een lager inkomen, een hoger ziektecijfer en vroegtijdig overlijden, wat niet alleen zijn weerslag heeft op de levens van de individuele kinderen maar ook op het welslagen, het welzijn en de stabiliteit van toekomstige generaties en samenlevingen als geheel.
De wetenschap windt er geen doekjes om: zonder liefdevolle zorg – stabiel, responsief contact met volwassenen en kansen om te leren en op onderzoek uit te gaan – ziet de toekomst van kinderen in conflict- en crisissituaties er somber uit. The Lancet (2016) over de ontwikkeling van jonge kinderen zoomde in op kosteneffectieve, op feiten gebaseerde interventies die een aanzienlijke verbetering teweegbrengen in de levensloop van kinderen in allerlei complexe achterstandssituaties waar beperkte middelen beschikbaar zijn (Britto e.a., 2017). In de serie wordt vooral aangedrongen op meer inzet om te voldoen aan de dringende, onvervulde behoeften van jonge kinderen in moeilijke omstandigheden, waarbij de serie zich mede baseert op de enorme vooruitgang die, na tientallen jaren van gedegen onderzoek, geboekt is binnen de wetenschap rondom de ontwikkeling van jonge kinderen.
De afgelopen jaren is deze oproep tot actie opgepakt door de internationale humanitaire gemeenschap, die wees op de noodzaak van interventies gericht op de ontwikkeling van jonge kinderen om de cirkel van armoede, ongelijkheid en achterstand te doorbreken. Jim Yong Kim, de president van de Wereldbank, heeft gezegd: “We kunnen onze doelstellingen – het beëindigen van extreme armoede en het vergroten van gedeelde welvaart – pas bereiken als we elk kind helpen zichzelf volledig te ontplooien” (Kim, 2017: 16). Belangrijke samenwerkingsverbanden en wereldwijde netwerken, zoals het Early Childhood Development Action Network, Scaling Up Nutrition, het Global Partnership to End Violence Against Children en het werk van de Wereldgezondheidsorganisatie voor de ontwikkeling van het Nurturing Care Framework, spelen hierbij een belangrijke rol. Ondanks de toegenomen aandacht voor het belang van de ontwikkeling van jonge kinderen in achterstandssituaties, wordt in de ernstigste conflict- en crisissituaties nog steeds voorbijgegaan aan de behoeften van jonge kinderen.
De recente beslissing van de John D. & Catherine T. MacArthur Foundation om 100 miljoen dollar te doneren aan Sesame Workshop en het International Rescue Committee om in het Midden-Oosten het grootste initiatief op het gebied van de ontwikkeling van jonge kinderen in de geschiedenis van de humanitaire hulp te realiseren, wordt gezien als een belangrijke doorbraak. Deze historische investering bouwt voort op de voorfinanciering van de Bernard van Leer Foundation en de Open Society Foundations en zal over een periode van vijf jaar 9,4 miljoen kinderen in Syrië, Irak, Jordanië en Libanon bereiken met interactief en betrokken multimediamateriaal, speciaal ontworpen rekening houdende met de realiteit die jonge kinderen in dat gebied meemaken. Het programma zal 1,5 miljoen van de kwetsbaarste kinderen bereiken door middel van directe ondersteuning die is afgestemd op de aanbevelingen van de in 2016 in The Lancet gepubliceerde serie over de ontwikkeling van jonge kinderen. Denk hierbij aan ondersteuning van verzorgers door middel van huisbezoeken, groepsbijeenkomsten en mobiele apparaten die hen helpen kinderen de liefdevolle zorg en aanmoediging te geven die nodig is om de gevolgen van stress, geweld en ontheemding gedurende de eerste 1000 levensdagen te beperken, en de oprichting van centra waar jonge kinderen gedurende de eerste 1000 dagen van hun leven op formele en informele wijze hoogwaardige, op spel gebaseerde scholing aangeboden krijgen. Ons samenwerkingsverband zal dankzij deze enorme investering een grote verandering teweegbrengen in de taal-, lees-, wiskundige en sociaal-emotionele vaardigheden van een generatie kinderen dat door de oorlog in Syrië is getekend.
Om wereldwijd duurzame verandering voor jonge kinderen in crisissituaties teweeg te brengen, moet de investering van de MacArthur Foundation echter gepaard gaan met ingrijpende veranderingen in het stelsel van humanitaire hulp. Ten eerste moet in elke humanitaire hulpactie worden erkend dat de ontwikkeling van jonge kinderen een prioriteit is die levens redt. Ten tweede moeten programma’s verplicht worden en de financiële middelen krijgen om nuttige gegevens te genereren over wat werkt, en waarom, hoe, in welke context en tegen welk prijs. En ten derde moet filantropie de boventoon blijven voeren, bijvoorbeeld om grootschalige investeringen van overheids- en multilaterale instellingen te genereren.
Ontwikkeling van jonge kinderen als interventie die levens redt
Het Central Emergency Response Fund (CERF) van de Verenigde Naties beschrijft levensreddende humanitaire hulpprogramma’s als ‘activiteiten die binnen een kort tijdsbestek onmiddellijke sterfte, lichamelijk en geestelijke schade of bedreigingen van een bevolking of een groot deel daarvan verhelpt, vermindert of afwendt en/of hun waardigheid beschermt’ (VN CERF, 2010). De wetenschap heeft keer op keer aangetoond dat de hersenen gedurende de eerste levensjaren bijzonder kwetsbaar zijn voor tegenslag, en dat die tegenslag een bedreiging vormt voor de gezondheid, studieprestaties en de economische welvaart op de middellange en lange termijn, en dat effectieve interventies bij jonge kinderen de gevolgen van tegenslag kunnen beperken. Door middel van deze interventies kunnen jonge kinderen worden beschermd tegen lichamelijke en geestelijke schade of kan die schade worden beperkt of afgewend. Toch geeft het stelsel van humanitaire hulp geen prioriteit aan programma’s en interventies voor jonge kinderen in humanitaire hulpacties. Dat blijkt onder andere uit de fondsgelden: van de totale in 2016 ontvangen fondsgelden voor humanitaire hulp werd nog geen 2% toegekend aan opvoeding, en slechts een klein gedeelte daarvan was bestemd voor jonge kinderen (UNOCHA Financial Tracking Service, 2018b).
De voortdurende crisis in Myanmar en Bangladesh biedt in dit kader een levendig voorbeeld. Sinds augustus 2017 zijn ongeveer 670.000 Rohingya-vluchtelingen, van wie 60% kinderen, vanuit Myanmar naar Bangladesh gevlucht (Inter Sector Coordination Group, 2018). Ontheemding, geweld, ziekte en vernietiging op grote schaal hebben de levens van deze kinderen totaal op hun kop gezet. Het humanitaire hulpplan belooft onderdak, voedsel en basisgezondheidsvoorzieningen – essentiële voorzieningen om deze kinderen op korte termijn te laten overleven. Het omvat ook afspraken over en strategieën voor noodtelecommunicatieapparatuur, -coördinatie en -logistiek. Ondanks dat we op de hoogte zijn van de levensbedreigende effecten van verwaarlozing van jonge kinderen, wordt binnen het humanitaire hulpplan niet expliciet gesproken over de ontwikkeling van jonge kinderen. De onderwijssector heeft sinds februari 2018 nog geen 6% van de gevraagde fondsgelden ontvangen (UNOCHA Financial Tracking Service, 2018a). Maar liefst 332.650 kinderen – bijna 75% van alle kinderen in nood – krijgt geen onderwijs (Inter Sector Coordination Group, 2018). Ontwikkeling in de vroege kindertijd redt levens en levert voordelen op de lange termijn op, en toch toont het verhaal van de Rohingya-kinderen aan dat de humanitaire gemeenschap en haar donoren in humanitaire noodhulpplannen weinig prioriteit geven aan voorzieningen gericht op de ontwikkeling en opvoeding van jonge kinderen. Dat kan en moet anders.
Gegevens over de ontwikkeling van jonge kinderen in noodsituaties
Om investeringen in de ontwikkeling van jonge kinderen in acute noodsituaties te stimuleren, heb je veel meer gegevens nodig en moet je kunnen aantonen dat die programma’s inderdaad mogelijk zijn en zin hebben. In een recent overzicht van evaluatiestudies die gedurende de afgelopen zeventien jaar zijn uitgevoerd stonden slechts vier studies die de invloed op jonge kinderen hadden onderzocht. Onderzoek naar implementatie in humanitaire hulpsituaties ontbrak zelfs volledig (Murphy e.a., in druk). Dit benadrukt dat investeringen en onderzoek in stabiele situaties totaal onvergelijkbaar zijn met onderzoek naar programma’s voor jonge kinderen in crisissituaties.
Ondanks de grote complexiteit in crisisgebieden als Bangladesh, Niger, Zuid-Sudan en het Midden-Oosten heeft het International Rescue Committee (IRC) aangetoond dat gedegen onderzoek als dit essentieel en ook haalbaar is.
Het IRC beschikt op dit moment over 28 gedegen studies naar onze programma’s, en we hebben ‘s werelds eerste gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken naar ouderschapsprogramma’s en sociaal-emotionele leerprogramma’s in post-conflict- en vluchtelingensituaties uitgevoerd (Sim e.a., 2014; Aber e.a., 2017). Dat heeft ons doen inzien dat onderzoek alleen zinvol is voor programma’s en beleidsmakers als het iets zegt over de impact – heeft het programma gewerkt? – en over hoe programma’s doeltreffend kunnen zijn, voor wie ze doeltreffend zijn en wat het kost om impact te hebben. Onderzoek moet starten voordat een project van start gaat, om na te kunnen gaan wat de behoeften en middelen van kinderen en gezinnen zijn, en om bestaande strategieën snel te kunnen toetsen en aanpassen zodat ze binnen een specifieke humanitaire hulpsituatie praktisch en haalbaar zijn. Wanneer de modellen en inhoud van de programma’s eenmaal zijn aangepast en verfijnd, zal door middel van implementatieonderzoek worden nagegaan of het uiteindelijke programma goed heeft gewerkt, en tegen welke prijs. Gedegen impactbeoordelingen kunnen dan bepalen of programma’s inderdaad doeltreffend zijn geweest. Voor de ontwikkeling van jonge kinderen in crisissituaties – waar een schrijnend tekort is aan werkbare, beleidsrelevante gegevens – is deze combinatie van snel toetsen, gedegen implementatie, kostenanalyse en impactbeoordeling essentieel.
De rol van filantropie
Filantropen hebben de unieke kans het voortouw te nemen op het gebied van investeringen in de ontwikkeling van jonge kinderen en belangenbehartiging en het hervormen van de humanitaire hulp. Het doel is simpel: de ontwikkeling van jonge kinderen hoofdpijler maken van elke hulpstrategie in conflict- en crisissituaties. De MacArthur Foundation heeft laten zien dat filantropie kan zorgen voor grootschalige investeringen en een groot bereik, dat de reikwijdte van ieder bestaand afzonderlijk programma voor jonge kinderen in een humanitaire hulpactie overtreft. Deze investering zal niet alleen een ongekend aantal kinderen bereiken, zij zal overheidsinstellingen er ook toe aanzetten om zelf prioriteiten te stellen en maatregelen te nemen. Filantropische organisaties moeten tegelijkertijd inspelen op de bestaande dynamiek en praktische strategieën bedenken die veranderingen in het systeem teweeg zullen brengen. Belangrijke stappen om dit doel te bereiken zijn onder andere het bijeenbrengen van wereldwijde leiders en deskundigen op het gebied van de ontwikkeling van jonge kinderen en humanitaire hulpprogramma’s, het pleiten voor en investeren in onderzoek naar de ontwikkeling van jonge kinderen in conflict- en crisissituaties, het verspreiden van onderzoek en het vertalen van gegevens voor beleidsmakers en beroepsbeoefenaren, en het aandringen op de reproductie en opschaling van de ontwikkeling van jonge kinderen in nood- en humanitaire hulpsituaties wereldwijd.
Conclusie
De MacArthur Foundation heeft een opmerkelijke prestatie geleverd. Sesame Workshop en het International Rescue Committee zullen in vijf jaar tijd cruciale ondersteuning bieden aan 1,5 miljoen kinderen die door de Syrische crisis getroffen zijn, en 9,4 miljoen kinderen en verzorgers zullen gebruik kunnen maken van vooruitstrevende op multimediatechnologie gebaseerde onderwijsprogramma’s. In samenwerking met het Global TIES for Children Center van de Universiteit van New York zullen we werkbare gegevens genereren over programma’s voor de ontwikkeling van jonge kinderen in conflict- en crisissituaties en die gegevens zullen de basis vormen voor de aanpassing en reproductie van programma’s voor crisis- en conflictsituaties wereldwijd. Maar dat is nog maar het begin. Onze missie is pas geslaagd als programma’s voor de ontwikkeling van jonge kinderen worden ingezet vanaf de start van een noodhulpactie, als kosteneffectieve programmamodellen in allerlei crisis-, conflict-, post-conflict- en kwetsbare situaties worden geïmplementeerd, als programma’s langer dan achttien maanden duren, en als investeringen in onderzoek naar programma’s ertoe leiden dat er steeds meer degelijke gegevens worden gegenereerd over hoe de levensloop van miljoenen jonge kinderen in conflict- en crisissituaties wereldwijd kan worden verbeterd. Onze missie is pas geslaagd als elk jong kind dat te maken heeft met conflicten of crises, toegang heeft tot de voorzieningen die jonge kinderen nodig hebben om te kunnen overleven én zich te ontplooien.
Bronnen en verwijzingen zijn beschikbaar in de PDF-versie van dit artikel.